Afgelopen week zat de Kaaskamer op Sicilië. Het zalig zonnige eiland dat grenst aan de grote teen van Italië. Je vindt er Grieks Romeinse amfitheaters, Arabische mozaïeken, Spaanse barok maar bovenal fantastisch Italiaans eten.
Het is eiland is mooi, ruw en tot juni nog helemaal groen. Overal grazen koeien, schapen en geiten en dat betekent natuurlijk maar één ding… kaas! Zo ontdekten we hoog in de bergen onder de rook van vulkaan de Etna ‘Castiglione di Sicilia’, een middeleeuws dorpje met drie straten, een kerk én een kaasmakerij.
Terwijl het dorpje zich opmaakt voor de siësta lopen wij de Via Federico in. De geur van verse schapenmelk leidt ons naar Alcantara Formaggi. Een kleine kaasmakerij met daarnaast een winkeltje. Voor de deur, op het steile pad, staat een melkwagen stevig in de handrem. Dit voorkomt dat de truck de vallei in kan denderen. Aan het plafond van de winkel hangen tientallen caciocavallos, kaas die in Sicilië bekend staat als Provola.
We leren de familie Camuglia kennen. Pepe en Joseph zijn net klaar met het maken van verse Ricotta. Trots laten ze de rijpingsruimtes zien en uiteraard moeten we alles proeven. De familie maakt al vier generaties lang de lekkerste kaas van rauwe koe-, schapen- en geitenmelk. De dieren grazen in de vallei rondom de kaasmakerij. Je kunt ze zien vanuit de winkel. Met een rokende Etna op de achtergrond is het een adembenemend plaatje.
We ontdekken en proeven een paar nieuwe kazen maar vinden ook onze eigen Pecorino met zwarte peper en Pecorino met saffraan. Na een uur met handen en voeten praten over kaas (zij spreken geen Engels, wij geen Italiaans) moeten we door. Tijd om te lunchen. Want op Sicilië vind je natuur, cultuur en mooi weer maar het draait eigenlijk vooral (lees: alleen) om eten. Non parlare, mangiare! Alleen al daarom is Sicilië een dikke aanrader.