De herfst luidt altijd een smakelijke broedertwist in tussen Frankrijk en Zwitserland: de kazen van het Massif du Mont d’Or. De Fransen claimen dat ze dit procedé hebben uitgevonden, terwijl aan weerszijden al honderden jaren twee types kaas worden gemaakt: Mont d’Or (Frankrijk) en Vacherin Mont d’Or (Zwitserland).
In de lente en zomer maken de Franse en Zwitserse boeren van de Jura respectievelijk Comté en Gruyère. Tijdens de herfst en de winter staan de koeien minder buiten en eten ze minder vers gras. In deze periode gaan de Comté- en Gruyère-mallen naar de zolder en maken de ‘fruitières’ – kleine kaascoöperaties waar boeren hun melk naartoe brengen – daarom aromatische kaas: Mont d’Or en Vacherin Mont d’Or.
Op de foto zie je links Mont d’Or zoals ze het aan de Franse kant maken. Een romige aromatische kaas met milde zuren en een verfijnde aardse smaak door de tannine uit de rand van sparrenschors. Deze kaas is werkelijk zo veelzijdig! Sec heeft Mont d’Or al een zalig rijke smaak en textuur, en verwarmd kun je hemels dippen. Mont d’Or laat zich ook heerlijk op smaak brengen met rozemarijn of knoflook en je kunt nog een stapje verder gaan naar een fondue avant la lettre met wat witte wijn. ‘Schat, we gaan gourmetten!’
Aan de Zwitserse zijde van het Massif maken ze Vacherin Mont d’Or, in de volksmond gewoon bekend als Vacherin. Deze kaas wordt ook gerijpt met een band van sparrenhout, maar in grote wielen zoals we die kennen van de brie. Vacherin is mild aromatisch en zoetig, met een karakteristieke licht-zure smaak. De korst blijft altijd wat vochtig omdat de kaas zo lekker zacht is en ons beloond door na het aansnijden geweldig te gaan lopen. Hierdoor is het een van die gevierde favorieten van Europa.
Traditioneel eet je deze kazen warm, met gekookte aardappels of als fondue met brood en aanverwante lekkernijen. Of gewoon op kamertemperatuur als aperitief; lekker met usual suspects Riesling en Gewurztraminer, maar probeer ook eens een Beaujolais Nouveau of een Crémant d’Alsace!