Over de smaak en kwaliteit van kaas wordt veel gezegd en geschreven. Het aanbod is enorm, zo ook de verschillen. Maar wanneer koop je iets goeds? Wat is lekker? En wie bepaalt dat in godsnaam?
Wij geloven dat het beste altijd van de boer komt. Aan de liefde en passie van de ambachtsman kan geen enkele machine tippen. Daarnaast wil een fabriek graag één en dezelfde kwaliteit waarborgen, terwijl een boerenkaas altijd anders kan, mag en misschien wel moet smaken. Kaas is een natuurproduct. Er zijn zo veel elementen die invloed hebben op de smaak. De gemoedstoestand van de koeien, het voer, de weidegang, de grond, het recept, de rijping en natuurlijk de manier van consumeren.
Maar het eten van fabriekskaas is echt geen zonde hoor. Er bestaan heel goede. Stompetoren uit de CONO-kaasfabriek bijvoorbeeld. CONO is een boerencoöperatie die al meer dan honderd jaar bestaat. Cono was de eerste zuivelcoöperatie in Nederland die haar boeren een premie gaf voor zogenaamde ‘weidegang’. Dat betekent dat koeien minimaal 120 dagen per jaar 6 uur per dag in de wei staan. Dat is fijn voor de koeien, goed voor de melk en lekker voor de kaas.
Deze beloning was een bijzonder goede innovatie want tegenwoordig biedt bijna elke zuivelverwerker een dergelijke premie aan. En dat was voor CONO weer reden om er een schepje bovenop te doen. De koeien mogen momenteel maar liefst 180 dagen per jaar, tien uur per dag wei in. Een ‘buitengewoon’ goede ontwikkeling.
Enfin. Over de smaak en kwaliteit van kaas raken wij niet snel uitgepreekt. Kijk, luister, ruik maar kom vooral proeven, want geen kaas is hetzelfde.
Amen.